Home > Katten > Orgaanproblemen bij katten > Suikerziekte of diabetes mellitus bij de kat
Suikerziekte of diabetes mellitus bij de kat
Suikerziekte of diabetes mellitus komt veel voor bij katten. Overgewicht is een veel voorkomende oorzaak van suikerziekte bij de kat.
De behandeling is goed mogelijk, alhoewel een goede controle belangrijk is. Vaak voeren de baasjes zelf de dagelijkse/wekelijkse controles uit en zien wij de katten ieder kwartaal. Wij behandelen katten met suikerziekte met insuline. Dit geeft in onze ervaring het beste resultaat. Daarnaast is dieet een belangrijke ondersteuning in de behandeling.
Soms moeten katten met suikerziekte opgenomen worden voor intensieve zorg (zie ketoacidose). Onze Dierenziekenhuizen zijn hier speciaal op ingericht. Meestal herstellen deze katten na intensieve zorg weer.
Wat is suikerziekte ?
De oorzaak van suikerziekte bij de kat
- Bij type 1 suikerziekte zijn/worden de bèta cellen door het eigen lichaam vernietigd. Hierdoor wordt er geen of te weinig insuline geproduceerd. Deze aandoening komt minder vaak voor bij katten.
- Bij type 2 suikerziekte, welke we het meest zien bij de kat, reageren de lichaamscellen slechter op insuline. Dit zien we bijvoorbeeld bij katten met overgewicht. Ook (langdurig) corticosteroïden gebruik kan diabetes veroorzaken.
- genetische aanleg
- acute of chronische alvleesklierontsteking
- infecties
- medicijnen (bijvoorbeeld corticosteroïden)
Welke symptomen heeft een kat met suikerziekte?
- Veel drinken en plassen
- Gewichtsverlies
- Vergrote eetlust. Later kan de eetlust verminderen als de hond of kat zieker wordt doordat er geen of geen goede behandeling ingesteld is.
- Gevoeliger voor urineweginfecties. Daarom voeren onze dierenartsen altijd een urineonderzoek uit bij suikerpatiënten.
- Een ketotische mondlucht. Ketonlichamen worden gevormd bij suikerpatiënten vanuit vetten. Deze geven een mondlucht die het meest lijkt op aceton.
Katten met suikerziekte drinken veel.
Hoe stellen we de diagnose van suikerziekte bij de kat?
De diagnose van suikerziekte kan gesteld worden aan de hand van de symptomen zoals hierboven beschreven. Bloedonderzoek is essentieel om de definitieve diagnose te stellen. In het bloed vinden we:
- Een verhoogd suikergehalte.
- Een verhoogd fructosamine gehalte.
Fructosamine is een eiwit in het bloed dat onder invloed van insuline geglycosyleerd (een verbinding met suiker) wordt. Fructosamine stijgt als er gedurende een langere periode een hoog suikergehalte in het bloed is. Hierdoor is het minder afhankelijk van pieken in het suikergehalte die door andere oorzaken ontstaan. Met name katten kunnen onder invloed van stress snel een verhoogd suikergehalte krijgen. Helaas zijn veel katten bij de dierenartsen gestresst.
- Een te laag kaliumgehalte.
De gevormde ketonlichamen maken het bloed zuurder (acidosis) waardoor de lichaamscellen kalium verliezen. Tevens zorgt het vele plassen voor een verlies van kalium. Daarom zien we bij katten die langer onbehandeld met suikerziekte rondlopen vaak een laag kalium gehalte. Hierdoor ontstaat spierzwakte. Katten worden hierdoor zeer zwak, omdat kalium belangrijk is voor een goed werkende spierfunctie. Katten met een laag kalium laten bijvoorbeeld hun kop hangen en zakken eventueel door de achterpoten. Dit kan het beste behandeld worden door het kalium aan te vullen via een intraveneus infuus.
- Laag fosfor.
Dit ontstaat op het moment dat we katten gaan behandelen. Indien onopgemerkt kan dit tot levensbedreigende bloedafbraak leiden. Daarom meten we bij suikerpatiënten geregeld het fosfor en kaliumgehalte om te beoordelen of alles goed gaat.
Hoe behandelen we een kat met suikerziekte?
- Insuline toedienen via injecties onder de huid.
De startdosis wordt bepaald op basis van het glucose gehalte in het bloed. Bij het starten van de behandeling wordt een glucose dagcurve gemaakt. Hierbij wordt ieder uur het glucose gemeten zodat het effect van de insuline en het laagste punt van het glucose gehalte in het bloed duidelijk wordt. Wij hebben opgeleide paraveterinairen die u begeleiden bij een diabetes consult. Hierbij zal uitvoerig het injecteren van de insuline en het meten van de glucose in het bloed geoefend worden met u zodat u dit ook thuis kunt uitvoeren. Wij berekenen de benodigde insuline dosering voor uw kat en nemen alle aspecten door over de zorg voor een kat met suikerziekte. Controles zullen in het begin op de praktijk plaats vinden, maar u zal ook begeleiding krijgen vanuit thuis via email of telefonisch contact.
- Een aangepast dieet.
Koolhydraten en zetmeel zijn lange suikerketens. Diëten die veel van deze voedingsstoffen bevatten zullen dus zorgen voor een grotere schommeling in het bloedsuikergehalte. Voor een suikerpatiënt is dit slecht, omdat deze zijn of haar suikergehalte zelf niet kan regelen. Daarom is een goed dieet erg belangrijk in de behandeling van suikerziekte. Dit dient koolhydraat arm te zijn en vezelrijk. Vezels stimuleren het afvallen en remmen de suikeropname vanuit de darm. Hierdoor zal de hond of kat een stabielere suikergehalte krijgen.
- Medicatie toedienen.
Deze werken alleen als er nog werkende bèta cellen zijn.
- Intensive zorg.
Dieren die langere tijd niet behandeld zijn of niet goed behandeld zijn kunnen verschillende complicaties krijgen zoals een laag kalium (dit uit zich in erge spierzwakte), ketoacidosis en een laag fosforgehalte in het bloed. Deze dieren zijn vaak erg ziek en moeten opgenomen worden voor intensieve zorg.
- Behandeling onderliggende oorzaken.
Als een kat corticosteroïden krijgt of andere medicatie met een contra-indicatie dan zal deze medicatie gestopt moeten worden.