Een bacteriële blaasinfectie
Bij een bacteriële blaasinfectie is het belangrijk te weten welke bacterie er in de blaas groeit en waarvoor deze gevoelig is. We zetten daarom het liefst een kweek in van de urine en doen een gevoeligheidstest van de bacterie. Hierdoor weten we welk antibioticum het beste voorgeschreven kan worden. Na de kuur doen we het liefst een urinecontrole en controlekweek. We weten dan zeker dat de infectie helemaal verdwenen is. Ook is het belangrijk uit te sluiten dat er een onderliggende oorzaak is voor de infectie. De meest voorkomende is een blaassteen ( zie ook blaasstenen bij de hond en blaasstenen bij de kat).

Een met de leishmania besmette zandvlieg prikt een gezonde hond. Hierdoor raakt de gezonde hond besmet met de leishmania parasiet. De met de leishmania parasiet besmette hond kan op zijn beurt een gezonde zandvlieg besmetten met de leishmania parasiet.