Een tumor ofwel kanker bij honden
Wat voor soort tumor heeft de hond?
- Een goedaardige tumor
Deze groeit in de regel langzaam, groeit niet invasief (invasief betekent dat een tumor in de omringende weefsels gaat groeien en door bepaalde barrières heen zoals peesplaten en spieren) en zaait niet uit. Een goedaardig gezwel is vaak goed omschreven met en omgeven door een kapsel. Soms kan een goedaardig gezwel zich kwaadaardig gedragen. Afhankelijk van de locatie kan hij niet te verwijderen zijn en dus uiteindelijk voor problemen zorgen (denk aan sommige hersentumoren).
- Een laaggradig kwaadaardige (maligne) tumor
Dit zijn tumoren die vrij langzaam groeien, zelden uitzaaien en niet snel invasief groeien. Meestal kan je ze goed verwijderen en vaak is een operatie genezend. Een mooi voorbeeld van een dergelijke tumor is het laaggradig malige carcinoom van de lever bij de hond. Deze kunnen zeer groot worden (soms wel tot de grote van een voetbal!) maar is zelden tot nooit uitgezaaid. Chirurgie leidt bijna altijd tot genezing.
- Een kwaadaardige (maligne) tumor
Deze tumoren kunnen uitzaaien en groeien vaak invasief. Het gedrag verschilt echter per tumor. De ene tumor zaait zeer snel uit (voorbeelden zijn een osteosarcoom (bottumor) of een haemangiosarcoom (een tumor uitgaande van de bloedvaten).
Waar zit de tumor?
Hoe stel je de diagnose van een tumor of kanker bij een hond?
- Een goed algemeen onderzoek
Dit is zeer belangrijk. Het goed navoelen van de hele patiënt is essentieel. Ook voelen we de lymfeklieren na en beoordelen of deze vergroot zijn. Door goed de buik na te voelen zijn soms verdikkingen te voelen in de buikholte. Ook bijvoorbeeld verdikkingen in of onder huid, de testikels, de kop en dergelijke kan je op deze manier opsporen.
- Bloedonderzoek
Veel mensen denken dat je door een goed bloedonderzoek te doen kan beoordelen of een dier kanker heeft. Dit is echter meestal niet het geval. Sommige tumoren kan je diagnosticeren d.m.v. een bloedonderzoek. Denk dan bijvoorbeeld aan tumoren welke ontstaan uit bloedcellen (leukemie bijvoorbeeld). Levertumoren kunnen een stijging geven van de leverwaarden (zie ook leverproblemen bij de hond), tumoren van de nieren kunnen afwijkingen geven in je bloedwaardes. Meestal echter kan je door middel van een bloedonderzoek niet goed bepalen wat voor soort tumor het dier heeft.
- Urineonderzoek
Sommige tumoren kan je opsporen via urineonderzoek. Met name blaashals en -wand tumoren kan je op deze manier opsporen. Ook sommige tumoren uitgaande van lymfocyten (multiple myelomen) kan je via urineonderzoek opsporen. Dit komt omdat deze tumoren veel eiwitten aanmaken die in de urine terecht komen (Bence Jones eiwitten).
- Röntgenonderzoek
Indien een dier tumoren in de longen heeft kan je deze zien via röntgenonderzoek. De tumoren moeten dan wel voldoende groot zijn. Vanaf een grootte van ongeveer 0.5 cm zijn deze via röntgenonderzoek op te sporen. Meestal betreffen het uitzaaiingen van kwaadaardige tumoren afkomstig van een andere plek. Het grote nadeel van röntgenonderzoek is dat je niet alle uitzaaiingen of tumoren kan zien. We schatten dat je ca. de helft mist omdat ze nog te klein zijn. Ook tumoren in de botten kan je met röntgen opsporen.
- Echografisch onderzoek
Een echo is zeer geschikt om de buikholte te onderzoeken. We kunnen afwijkende plekken in de organen goed in beeld brengen door middel van echografie. Je kan echter met echografie niet met 100% zekerheid vaststellen of het een tumor betreft. Hiervoor is meestal een biopt noodzakelijk (zie verder). Ook is niet iedere tumor in de organen zichtbaar via echografie. Met name tumoren die diffuus verspreid zijn in een orgaan (denk aan maligne lymfoom van de lever) zijn niet goed zichtbaar met echografie.
- Endoscopie
Via endoscopie zijn sommige tumoren op te sporen. Denk bijvoorbeeld aan een tumor van de maag of darmen. Wel heb je altijd een biopt nodig voor de definitieve diagnose.
- Een CT-scan
Via een CT scan zijn met name tumoren in de longen en in de botten goed op te sporen. Een CT-scan is gevoeliger dan röntgen in het opsporen van tumoren in de longen, maar is een stuk duurder dan röntgen.
- Een MRI scan
Met name tumoren van de weke delen, zoals de buikholte, kan je met een MRI scan opsporen. Met een MRI kan je afwijkende plekken in organen in beeld brengen. Het nadeel is dat je niet de definitieve diagnose met een MRI scan kan stellen. Een afwijkende plek in de lever kan dus een kleine tumor zijn maar ook een oud litteken veroorzaakt door een worm, of een goedaardige knobbel. Bij een ouder dier zie je heel vaak wel een aantal verdachte plekjes in de organen. Meestal zijn deze onschuldig, wat meteen het grote nadeel aangeeft van een MRI scan. De baasjes zijn dan vaak wel heel ongerust terwijl het geregeld onschuldige afwijkingen blijken te zijn.
- Een aspiratie biopt
Een aspiratie biopt betekent dat je met een dunne naald de tumor/verdachte plek in gaat en een aantal cellen opzuigt. Deze strijk je dan uit over een dekglaasje en wordt vervolgens door de dierenarts of patholoog onderzocht. Deze methode kan alleen gedaan worden bij tumoren welke te voelen zijn. Je kan ook een aspiratiebiopt nemen door middel van echo begeleiding (soms ook röntgen begeleiding). De methode is snel en makkelijk. De betrouwbaarheid is echter niet 100%. Daarom is het aan te raden bij twijfel (ook) een weefselbiopt te nemen.
- Een weefsel of histologisch biopt
Bij deze biopten wordt er een stuk weefsel opgestuurd voor onderzoek. Soms nemen we een klein stukje weg uit de verdachte plek, soms verwijderen we de plek/tumor en sturen we deze geheel of gedeeltelijk op voor onderzoek. Er zijn verschillende apparaten die het mogelijk maken kleine stukjes weefsel te verwijderen uit een tumor. Veel gebruik is het zogenaamde “trucut” biopsie apparaatje. Dit is een lange dikke naald die een klein stukje weefsel uit de tumor snijdt.
Hoe kan je een hond met kanker of een tumor behandelen?
- Chirurgie
Chirurgie is de oudste en nog steeds de meest effectieve manier om kanker bij dieren te behandelen. Hij is het meest effectief in een vroeg stadium, het liefst als er nog geen uitzaaiingen zijn. Indien je een tumor chirurgisch verwijderd en er zijn nog geen uitzaaiingen is dit genezend.
Het is belangrijk de tumor in één keer volledig te verwijderen. Daarom is het zo belangrijk te weten wat voor soort tumor een dier heeft. De ene tumor is goedaardig, (dus) goed begrensd en kan met een krappe marge verwijderd worden. De andere is kwaadaardig en groeit met vele kleine uitlopers in de omgeving (kanker stamt af van het latijnse woord cancer wat krab betekent. Dit vanwege de vorm van een tumor, een massa met kleine pootjes (uitzaaiingen). Deze zal dus met een zeer ruime marge verwijderd moeten worden).
Het liefst verwijderen we kwaadaardige tumoren met een minimale marge van 3-4 cm (in alle richtingen). Dit vergroot de kans dat de tumor volledig chirurgisch verwijderd wordt.
- Chemotherapie
Chemotherapie kan als toevoeging op een andere behandeling gebruikt worden of als solitaire (enkele) therapie. Er zijn vele verschillende soorten cytostatica. We zullen ze hier niet allemaal bespreken. Wel is het belangrijk te bespreken wat de belangrijkste bijwerkingen zijn en effecten.
Het grote verschil tussen dieren en mensen is de reactie op chemotherapie. Meestal denken mensen bij chemotherapie aan doodzieke, kale patiënten. De eerste reactie is meestal: “dat wil ik mijn dier niet aandoen!”.
Nu verschilt de reactie bij dieren nogal t.o.v. van die bij mensen. De meeste dieren hebben niet zulke heftige bijwerkingen als die we bij mensen zien. Dit komt omdat dieren anders reageren op chemotherapie maar ook omdat we minder agressief behandelen. Het hoofddoel is dat het dier langer (zo lang mogelijk) en goed leeft. Levenskwaliteit staat op één, niet levensverlenging.
De meeste dieren die met chemotherapie behandeld worden hebben milde bijwerkingen tot geen bijwerkingen. Ze zijn vrolijk, actief en eten goed. Dit is namelijk ons doel, een dier helpen in plaats van zieker maken.
Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen?
- Maag-darm klachten. Dit komt het meest voor. Slechte eetlust en braken zien we geregeld. Meestal is dit met medicatie goed tegen te gaan en duurt dit maar kort, één tot drie/vier dagen.
- Haaruitval. Dit is erg zeldzaam. Het meest voorkomend is dat dieren hun snorharen verliezen.
- Verslechterde afweer/immuniteit. Dit is de meest voorkomende reden om chemotherapie te onderbreken. We controleren dit door via bloedcontroles te kijken hoe hoog het aantal witte bloedcellen is.
- Blaasklachten.
- Hartproblemen.